Serie: Onder de Melkweg

Het was in de periode dat wij een poosje in een keet woonden. Deze stond op de oprit van ons
‘Prinsesje!’ riep je. ‘Ik heb een verrassing!’ Trots liet je de kaartjes zien. ‘Eindelijk is het me gelukt,’ verzuchtte je.
Alle begin is moeilijk, zegt men weleens. Onlangs moest ik denken aan toen we nog maar net bij elkaar waren.
Het was vroeg in de ochtend, daags voor kerst. De lampjes van de kerstboom brandden gezellig en het was rustig
Al een paar dagen werd ik verrast door de invallende duisternis, terwijl ik echt was vertrokken toen het buiten nog
‘De Melkweg, ieder sterrenstelsel eigenlijk, is een soort schuim. Het zit vol bellen...’ zei jij, starend naar het heelal. Je
‘Wat heb jij lang moeten wachten,’ zei ik. We ontmoetten elkaar op een zonnige lentedag in de dierentuin. ‘Ach,’ zei
We zochten een datum. Er moest een afspraak ingepland worden voor een etentje met onze vrienden. Jij en ik trokken