Poëzie

"Kom laten we weggaan van hier en een plaats gaan zoeken om samen te komen en om daar samen te
Kijk, ik wil niet meer en heb geen reden Ik heb me zelfs in de maan vergist Die heeft vandaag
Een paard, een paard de poëet en ik Met schrijfpen en haardos in galop Dans krullerig met mijmerende blik Gelijk
Langs de waterkant lag het karkas De kraaien krasten in de holle gaten De lange takken hingen sliertig Over de
De regen tikte ritmisch De klankkleur van het ijzer In de straatput stroomt 't De borrelende bron van Ik kom
Ze verdringen zich aan de randen De losgebroken droevelingen Niets houdt ze meer tegen Daar komen ze vluchtende aan Zoeken
De onruststoker die verontrust Is des duivels Adem weg en adem door Tot liefde je ziel rust brengt En je
Genees me In mijn hart Uw Woord in mij Bij U in mij Is Liefde levend U bent, leeft Oh
De weg leidt ons onbekend Waar we gingen mistig vaag Ik kom van ver, trouw me Word geboren uit de
Blij val ik op mijn knieën, ik dank Zing het uit van geluk Mijn ontvangen, ik prijs God Alles gekregen,