Het was vroeg in de ochtend, daags voor kerst. De lampjes van de kerstboom brandden gezellig en het was rustig en vredig in onze kerststal. Het einde van het jaar roept een soort bezinning op. Grote Vragen komen dan bij me op. Vragen waar iedereen, in meer of mindere mate, aan het einde van het jaar ‘last’ van heeft. Ik dus ook. Vragen over de zin der dingen. Waarop wachten mensen in deze tijd? Het kerstkind, misschien? Wat is hun hoop en welke wensen leven er vandaag de dag? Dit jaar werd het te erg met de Grote Vragen, want ik dacht zelfs na over dikke baby’s in een stal.
Afgelopen weken, op weg naar kerst, had ik veel kerststalletjes gezien waar al ruim voor kerst een mollige kindje Jezus vroegtijdig in de kribbe lag, in plaats van dat hij er op kerstavond in werd gelegd. Niet iedere staldesigner heeft even veel smaak, vond ik. Het had me zeer verbaasd om een beeldje, dat toch echt niet anders kan worden gezien dan als afbeelding van onze lieve Heer, vroegtijdig in de kribbe te leggen waar het dan kon liggen pronken met zijn corpulente lijfje. Eigenlijk vond ik het niet kunnen maar op zijn minst was het opmerkelijk te noemen. Alsof die plastic beeldjes werkelijk op Jezus moesten lijken, in plaats van een geromantiseerde hedendaagse commerciële weergave. Wie had dit bedacht en waarom?
De kerststal en het gebruik van het naspelen van het kerstspel was bedacht door de Heilige Franciscus, dat wist ik. Dat Jezus misschien in een grot was geboren in plaats van een stal maakt mij niet zoveel uit. Maar hoe kan je als Designer van zo’n stalletje in godsnaam op het idee komen om zo’n lelijke dikke baby erin te leggen? Hoe kon iemand die voor het vak van ontwerper op een speciale school was geweest, Jezus Christus zo afschuwelijk en zelfs protserig afbeelden? Nog verbazingwekkender is dan de vraag wie zoiets koopt? Ik snap ook wel dat wanneer je een complete kerststal aanschaft, dat je het niet kan maken om te zeggen: ‘Ja, die nemen we, maar laat kindje Jezus maar zitten, die vinden we te lelijk.’
Verder verbaasde het me dat het blijkbaar ‘gewoon’ was, zo’n mollige baby. Echte baby’s zijn vaak veel te dik.
Sommige mensen zetten de kerstboom al in oktober in de kamer en de stal wordt compleet gevuld. Zelfs de wijzen staan zich al te verdringen tussen herders en schapen, terwijl het kindje pas maanden later met kerst geboren zal worden. Heel gewoon tegenwoordig, ja. In ons stalletje dit jaar geen vroeggeboorte, gelukkig. De sfeer in onze stal was hooggespannen. We waren in blijde verwachting voor komende kerstnacht. Voor de kinderen was het een bijzonder moment, om middenin de nacht op te staan en naar de kerk te gaan. Bij thuiskomst zouden we het kindje in de stal leggen en daarna beschuit met muisjes eten, want dan was er wel een baby geboren. En niet zomaar een baby. Een groot feest zou het worden!
Buiten was het donker toen jij het gordijn een klein stukje opzij schoof.
‘En?’ vroeg ik hoopvol.
‘Nat,’ zei je ernstig.
‘Oh,’ zuchtte ik. ‘Ik hoop dat het straks wel droog is, als ik met de hond naar buiten moet.’
De afgelopen week had het de hele week gestormd en de gierende wind had plaats gemaakt voor fikse regenval. Het weer hebben we niet in de hand, dat was nu eenmaal altijd wat het was, kerst of geen kerst.
Voor mij was dit dan meteen een antwoord op een Grote Vraag, één die iedereen zichzelf ooit zal stellen. We willen alles in ons leven designen, naar eigen smaak inrichten, controleren en in de hand houden. We willen alles plannen, maar het loopt altijd anders. Wanneer we merken dat niets gaat zoals gepland dan komt het moment dat we beseffen dat wij helemaal niets te zeggen hebben. Eigenlijk hebben we nergens werkelijk controle over. Het is niet aan ons. Mensen schieten dan pas in de échte (kerst)stress zoals door velen in die donkere dagen wordt ervaren…
Maar is het niet Jezus die rust en kalmte brengt? Een vredige landing maakt in onze stal? Ons leidt door het leven en onze moeilijkheden? Hoe hard men het ook ontkent, we hebben Hem wel nodig, zegt jouw vriend Chris altijd.
Ik werd uit mijn overpeinzingen gewekt.
‘Ik heb gehoord dat het de natste kerst ooit wordt,’ zei je.
Ik dacht na over wat je net zei. Je zat daar met je foute kerstpyjama half opengeknoopt. Ik keek naar je en zag dat je grote moeite had een lach te onderdrukken.
‘Hè, echt? De natste kerst ooit?’ herhaalde ik, nog wat afwezig.
Breed grijnzend keek je me aan en knikte bevestigend.
‘Hm, hm. Nat, ja. Heel nat.’
Oh, oh, dacht ik, begint dat nu al zo vroeg op de ochtend? Ik voelde de bui al hangen… Jij dacht vast dat ik je niet doorhad? Waar je met je foute grapjes op aan stuurde? Als dáár geen nattigheid van kwam…
Ik deed alsof ik je opmerking heel serieus nam. Zo serieus mogelijk, zei ik dat ik het heel begrijpelijk vond allemaal.
‘Kijk, zo zie je maar. We kunnen alles willen regelen, maar er zijn zoveel dingen die we gewoon niet in de hand hebben,’ zuchtte ik. ‘Zo valt ons hele kerstfeest in het water. Heb je zo vroeg in de ochtend nog meer nare weerberichten voor me? Dat we geen witte kerst hebben dit jaar, zoals de afgelopen jaren ook al niet het geval was, daar zijn we inmiddels wel aan gewend, maar de natste kerst ooit… En het leven is al zo nat, een tranendal!’ zei ik overdreven getergd.
Misschien had je een knuffel verwacht, maar niet dit. Ik probeerde niet te lachen, maar je merkte dat toch op en had in de gaten dat ik er net zo goed een dolletje van maakte. Ik snapte heel goed waarin jij zin had.
‘Ach,’ zei je. ‘Wanneer het buiten regent is het binnen extra gezellig.’
Dat was voor mij geen Grote Vraag! Ik was het met je eens en vond het een mooi plan voor de natste kerst ooit. Wat hadden we het gezellig samen met kerst onder onze Melkweg, waar in deze tijd één ster aan de hemel hartstochtelijk feller brandde, om ons de weg te wijzen naar de stal van ons leven. De stal waar de Liefde woont.
Toegift: verwarmende kerstwens
Kom Heer, ook in onze stal en breng ons liefde.
Moge onze lieve Heer, Jezus Christus, de harten van de mensen verwarmen en in vuur en vlam zetten. Moge de Heer een onblusbaar vuur van liefde ontsteken in ons hart en ziel. Wakker het aan, opdat we kiezen voor liefde, nu en telkens weer.
Dank U lieve Heer, onze God en Verlosser.
Welkom in de stal.
Amen.