Een 5 december overweging

Als alles een keus is

Als alles een keus is
Mag je goed kiezen
Wie luistert kiest het beste deel
Voor wie klopt wordt open gedaan
De stem van je Hart klopt altijd
(Hoe eigenwijs ook…)

De S is van Slang
Of van Sinterklaas, natuurlijk
De S is van Slecht
Of van Sint, natuurlijk
(Kies maar!)

Vraag het aan je Hart
Dat antwoord is waar
Ook jij bent geliefd
die Liefde is Heilig
Luister eens goed
(jouw Hart liegt niet)

Liefde is geen leugenaar
Ik kies wat klopt
(…en jij?)

Schoon

(Deel 1)

De zachte regen wast
Landt voorzichtig op mijn hoofd
Het regent, het regent
Tot alles is doorweekt
De druppels rollen
Langs mijn lijf omlaag

Steeds schoner word ik
Nat tot in de diepste laag
Steeds zuiverder van hart
Het water reinigt mij zo diep
Het is vochtig in mijn ziel
Het regent tranen daar vandaag

(Deel 2)

Ik raak steeds minder troebel
Gewassen straal ik steeds meer licht
De regen valt zacht op mijn gelaat

Tot ik de zon ontmoet ga ik mijn weg
Mijn hart steeds hemelgericht
Wachtend op wat er komen gaat

(Deel 3)

Iedere wolk aanschouw ik met verwondering
Biddend met een ziel vol gezangen
Kom Geest, kom Heer, ik verwacht U
Schoon van hart zie ik naar U uit
Met een intens verlangen

Vergeet mij niet

Ik schreeuw de maan uit de hemel
De vraag rijst als de zon
Achter de Berg omhoog
Waarom verblijf je niet in stilte?
Hij peilt je hart...
Hij weet waar je gaat en staat
Hij weet hoe jij begon

Ik kan die kale bol wel schreeuwen en vermanen,
maar ik kan het je niet zeggen
Ik roep de sterren uit hun banen
Probeer mijn grenzen te verleggen
en ik zing de rijzende zon een lied..
van halleluja en vergeet mij niet...

Geliefde

Als het kon was ik jouw engel,
Dan droogte ik je bloedend zweet
Als het mag ben ik jouw beschermde engel
Die zich in jouw nabijheid zelf beschermd weet

Als het kon was ik jouw moeder,
Die zich helemaal geeft
Als het mag ben ik jouw moeder
Die voor je zorgt en wil dat je leeft

Als het kon was ik mezelf
Omdat ik van jou, het meeste hou
Als het mag ben ik mezelf
Dan ben ik ons het meest trouw

Dan verlaat ik je nooit,
Vlieg ik niet weg bij jou
Nee, dan verlaat ik je nooit
Dan ben ik voor eeuwig jouw vrouw

Ja, dan verlaat ik je niet
Wanneer jij mij dan ook...
Maar nooit...
Nee breek nooit mijn hart
Want het is je geliefde, die je ziet

Ja, Heer, hier ben ik.

Eb en vloed

De aardse mens
die zich terugtrekt,
De reis en het weggaan.
Nog eenmaal kijkt ze om,
de mens die zijn schouders afklopt
en rug strekt.
“Het is mooi geweest.”

Er zijn tijden van komen
en tijden van gaan.
En als ik weg ben,
zul je wachten
tot het tij weer keert?

Daar komt de
golf weerbarstig aan.
De elementen, de graviteit.
Een arm die zich uitstrekt,
naar de ander in de tijd.
Als rots in de branding
die alle angsten weert.

De zee die zich met open armen
over het strand spoelt,
roepende: Ik ben teruggekeerd.
Ik heb gevoeld.
Ik heb geleefd.
Ik heb geleerd.
Ik ben weer even hier
in onze ontmoeting.
Ik vlij me weer even
over jouw land.

Om niet veel later
de kering weer te voelen.
Het daar-gaan-we-weer
in een zee van tranen.
“Het was me een genoegen,
dag strand.”

Het antwoord: “Goede reis!”
En dan het zwijgen van jou en mij.
Tot de laatste Golf vertrekt.
“Ik zal beloven, waar ik ga
dat ik u prijs.
Mijn thuiskomst is altijd aan uw zij.”