We zochten een datum. Er moest een afspraak ingepland worden voor een etentje met onze vrienden. Jij en ik trokken bijna tegelijkertijd de agenda, we waren nu al zo op elkaar ingespeeld. Aan een half woord hadden we vaak al genoeg. Het leek alsof ik je gisteren voor het eerst ontmoette, maar het was niet gisteren. Ik bladerde door de agenda voor het etentje en toen zag ik het staan: 14 februari. Met een hartje erbij. Die datum was helemaal niet meer zo ver weg. Die dag zouden we een jaar bij zijn.
‘Wat zullen we dan doen, samen? Het is leuk om te vieren, toch?’ wees ik naar 14 februari.
Je keek me aan. ‘Kan niet,’ zei je. ‘Ik heb dan een belangrijke vergadering, waarbij ik echt niet mag wegblijven.’ Toch beloofde je me te zullen verrassen, maar waarmee wilde je niet verklappen, want dan was het geen verrassing meer.
De verrassing maakte me wel gespannen. Erg gespannen, want ik hield graag de controle over alle dingen. De week die volgde was ik erg gestrest. Ik stelde me voor dat je iets voor me in petto had. Zou ik er blij mee zijn? Misschien had je een ring voor me gekocht of een ander mooi sieraad of misschien gingen we wel naar een concert van mijn favoriete band of misschien bestelde je wel een vliegtuigje met een spandoek met lieve woorden of een luchtballonvaart om romantisch samen de hemel te verkennen... Ik vond het héél spannend en niet alleen dat, de gedachte aan volledige overgave eraan maakte me enorm bang. Ik sliep onrustig en bleef de agenda checken, maar 14 februari kwam steeds maar één dag per dag dichterbij. Toen ik zag dat het nog zeker twee weken zou duren voordat het 14 februari zou zijn hield ik het niet meer. Nog twee weken in spanning zitten? Ik zei het maar tegen je: ‘Voor zover je het nog niet wist…’ begon ik. ‘Ik houd niet van verrassingen.’
Je lachte. ‘Wordt het je nu al teveel, Miss Curious? En je moet nog twee weken wachten!’
Ik kreeg een rood hoofd. Ik vroeg me af of je had gemerkt dat ik in je zakken had gevoeld, op zoek naar bonnetjes? Wist je dat ik je controleerde, om erachter te komen wat voor verrassing je had? Zó erg was het dus. Was het mijn angst, dacht ik, maar zoiets had ik niet willen toegeven.
‘Geeft niets, ik kan het je nu al zeggen, maar of dat nou echt zo leuk is?’ zei je schouderophalend.
Ik knikte gretig. ‘Zeg het maar!’
Je keek me liefdevol aan en onthulde je verrassing. ‘Ik heb een tegeltje voor je besteld,’ glimlachte je. ‘Zo’n tegeltjeswijsheid, weet je wel. Het tegeltje moet dan nog wel even liggen, maar als we later samen een huisje hebben kunnen we het mooi in de wc ophangen. Lijkt me gaaf?’
‘Hm, ja, leuk joh,’ knikte ik. ‘Inderdaad heel gaaf.’ Ik probeerde zo enthousiast mogelijk te klinken. Een tegeltje was heel wat anders dan een ballonvaart of een hemels concert.
Nadat jij jouw verrassing had onthuld speurde ik het internet af naar websites waar tegeltjes werden verkocht. Ik wilde graag weten wat voor soorten tegeltjes er waren zodat ik een beetje kon inschatten wat jij dan gekozen zou hebben. Ik verwachtte dat je kon kiezen uit een beperkt aantal tegeltjes, maar de keuze bleek juist reuze. Het was zelfs mogelijk om je eigen tegeltje samen te stellen, met eigen tekst. Nu wist ik dus nog steeds niks.
Eindelijk was het zover! Het was Valentijnsdag en ons jubileum. We hadden officieel, of eigenlijk officieus, één jaar verkering. Eigenlijk gingen we al langer samen en was ik al veel langer gek op jou, maar toch was dit een bijzondere dag. Een spannende dag. We zouden elkaar pas ‘s avonds zien. Ik had mijn best gedaan met koken en wachtte op je, met de gerechtjes al op tafel. Vandaag had ik er de tijd voor gehad.
Véél later dan je gezegd had kwam je thuis. Het viel me tegen, want het eten werd er niet lekkerder op, al hadden de rechauds het een beetje op temperatuur gehouden.
‘De vergadering liep nogal uit en er was natuurlijk file,’ zei je verontschuldigend.
‘Snap ik,’ mompelde ik. Ik kon mij wat voorstellen bij een file, alle mannen waren immers onderweg geweest naar hun vrouwtje. ‘Ik ben blij dat je er bent. Zullen we maar aan tafel gaan? Ik heb honger gekregen en het eten…’ Ik wilde zuchten, maar kreeg er de kans niet toe, want je pakte me stevig vast en kuste me hartstochtelijk. Daarna gingen we aan tafel. Je prees mijn kookkunsten de hemel in. Dat was je geraden ook, grapte ik. We hadden het heel gezellig.
Toen kwam het moment dat jij je tas erbij pakte.
‘Ik heb wat voor je,’ zei je. ‘Een kleinigheidje.’
Ik keek vol spanning naar het presentje.
‘Doe voorzichtig ermee,’ zei je. ‘Het kan kapot.’
Voorzichtig opende ik het. Het was inderdaad een tegeltje en erop stond:
Ik houd van jou, tot de sterren en de maan en terug. Jij bent de allerliefste onder de Melkweg. Ik blijf voor altijd de jouwe.
Daaronder, met kleine lettertjes, van mij voor jou.
‘Wat een verrassing,’ zei ik. ‘Heel romantisch. En hemels ook, tot de sterren en de maan en terug! En dat allemaal onder de Melkweg, wow!’
‘Ja, vond ik ook leuk, ik dacht het moet iets met de Melkweg zijn, maar wat heb je er eigenlijk mee?’ vroeg je geïnteresseerd.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Cool, toch?’
Ik was werkelijk verrast. Zo’n soort tekst had ik niet van je verwacht. Ik dacht dat je een of andere flauwe slogan had uitgekozen. Een grapje zoals altijd. Ineens had ik grote spijt van het tegeltje dat ik voor jou uitkoos. Ik gaf het je toch maar en jij bleek nog meer verrast dan ik was geweest.
‘Dat had je nou niet hoeven doen. Zelf bedacht?’
Op mijn tegeltje voor jou stond een gezegde dat ik inderdaad zelf had bedacht: Beter één lieve man onder de duim, dan tien nare mannen in een bad vol schuim… Iets met mannen had me leuk geleken. Eronder stond, met grotere letters, lovebirds forever. Dit laatste had ik ergens in een tijdschrift zien staan, met een grappig plaatje erbij. Dat zag er heel romantisch uit, maar nu op een tegeltje leek het bij nader inzien eigenlijk maar onzin. Onze namen en de datum stonden eronder.
‘Leuk hoor!’ zei je vrolijk. Daarna gingen we samen koffiedrinken en hadden we een intieme avond samen, maar zoals altijd bleef ik maar piekeren. Ik dacht de hele avond na over de teksten op de tegeltjes. Het was al laat op de avond toen ik zoiets vroeg als:
‘Is het niet ín de Melkweg? De aarde is er toch van? We zitten toch in het Melkwegstelsel en niet eronder?’
Je keek me verstoord aan, alsof je me niet begreep. ‘Zit je daar nu al de hele avond op te broeden,’ zei je licht geraakt. ‘Ik vond je al zo afwezig.’
‘Nee, hoor, maar het is erin, in plaats van eronder.’
‘Oh, weet ik veel. Als ik naar boven kijk en die Melkweg zie, dan zijn we er toch onder? Dan is die Melkweg toch boven ons?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Erin,’ beweerde ik stellig.
‘Dus jij wil er niet onder?’ Je speelde ongeïnteresseerdheid.
Dat je mijn opmerking niet vergeten was bleek later die avond. Je liet me hard werken tijdens onze vrijpartij. Dit beviel me wel, samen in één kamer, ergens op aarde, in de hemelse Melkweg. Mij krijg je niet eronder!
Een dag later, de eerste dag van ons tweede jaar, hingen we het tegeltje op in de keuken. Je wilde bij me intrekken, zei je. Ik sprong in je armen. Vanaf die dag beleefden we samen alle avonturen ‘onder de Melkweg’.